Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 14:42-50-52 Het Boek (HTB)

42. Voor de stenen die zijn verwijderd, moeten nieuwe worden aangebracht en die moeten worden ingemetseld met nieuwe specie. Het hele huis moet daarna opnieuw worden gepleisterd.

43-44. Als de plekken opnieuw verschijnen, zal de priester terugkomen om te kijken en als hij ziet dat de plekken zich hebben verspreid, is het melaatsheid en is het huis onrein.

45. Hij zal dan opdracht geven het huis af te breken. Alle stenen, houtwerk en leem van het huis moeten op een onreine plaats buiten de stad worden gestort.

46. Ieder die het huis binnengaat terwijl het is afgesloten, zal tot de avond onrein zijn.

47. Ieder die in het huis slaapt of eet, zal zijn kleren wassen.

48. Maar als de priester terugkomt en de plekken zijn niet opnieuw verschenen nadat het nieuwe pleisterwerk is aangebracht, zal hij het huis rein verklaren. De melaatsheid is dan verdwenen.

49. Hij zal dan ook een reinigingsceremonie uitvoeren met twee vogels, cederhout, scharlaken en hysop.

50-52. Hij zal de ene vogel slachten boven een aardewerken pot met fris bronwater en het cederhout, de hysop, het scharlaken én de levende vogel in het bloed van de gedode vogel dopen en het huis zevenmaal besprenkelen. Zo zal het huis worden gereinigd.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 14