1. Jozua riep nu de legertroepen van de stammen van Ruben, Gad en de halve stam Manasse bijeen en zei:
2. ‘U hebt gedaan wat Mozes, de dienaar van de Here, u had bevolen en u hebt elk bevel dat ik u gaf, gehoorzaamd.
3. Elke opdracht die u van de Here, uw God, kreeg, hebt u vervuld. U hebt uw broederstammen niet in de steek gelaten.
4. De Here, onze God, heeft de andere stammen nu rust gegeven volgens zijn belofte. Daarom kunt u nu teruggaan naar het land dat Mozes u gaf aan de overkant van de Jordaan.
5. Zorg ervoor dat u alle geboden die Mozes u gaf, gehoorzaamt. Heb de Here lief en houd u aan zijn geboden en leefregels. Laat Hem nooit in de steek en dien Hem met hart en ziel.’