Oude Testament

Nieuwe Testament

Jozua 14:7-12 Het Boek (HTB)

7. ‘Ik was veertig jaar toen Mozes ons er vanuit Kades-Barnea op uitstuurde om het land Kanaän te verkennen. Ik bracht een nauwkeurig verslag uit.

8. Onze broeders die ons hadden vergezeld, maakten het volk echter bang en ontmoedigden iedereen om het beloofde land binnen te trekken. Maar omdat ik de Here, mijn God, trouw was gebleven,

9. zei Mozes tegen mij: “Het deel van Kanaän waaruit u zojuist bent teruggekeerd, zal voor altijd voor u en uw nageslacht zijn.”

10. Zoals u zelf wel kunt zien, heeft de Here mij al die vijfenveertig jaar van onze omzwervingen door de woestijn in leven gehouden en op dit moment ben ik vijfentachtig jaar oud.

11. Ik heb nog net zoveel kracht als toen Mozes ons op verkenning uitzond en ik kan nog steeds reizen en vechten als toen!

12. Daarom vraag ik u mij het heuvelgebied te geven dat de Here mij heeft beloofd. U zult zich herinneren dat wij toen als verkenners zagen hoe daar de Enakieten, een volk van reuzen, in grote, ommuurde steden woonden. Maar als de Here mij helpt, zal ik hen uit het land verdrijven.’

Lees verder hoofdstuk Jozua 14