Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 9:21-31 Het Boek (HTB)

21. Ook al was ik absoluut onschuldig, dan zou ik daar nog niet aan durven denken. Ik veracht mijzelf om wat ik ben.

22. Onschuldig en schuldig, het is voor Hem gelijk, want Hij vernietigt beiden.

23. Hij spot met de wanhoop van de onschuldige, wanneer die wordt getroffen door rampen.

24. Als de hele wereld in handen is van goddelozen, verblindt God de ogen van de rechters. Als Hij het niet is die dat doet, wie is het dan wel?

25. De dagen van mijn leven gaan sneller dan een hardloper, ze vliegen voorbij zonder enige vreugde.

26. Mijn levensjaren glijden voorbij als bootjes van riet, met de snelheid van de arend die op haar prooi afvliegt.

27. Als ik zou besluiten mijn klachten tegen God te vergeten, een einde te maken aan mijn bedroefdheid en een vrolijk gezicht op te zetten,

28. dan mag ik nog grotere tegenslagen verwachten.Want ik weet, God, dat U mij niet als onschuldig zult beschouwen.

29. U zult mij toch veroordelen. Dus waarom zou ik proberen onschuldig te zijn?

30. Zelfs al zou ik me wassen met het zuiverste water en mijn handen met loog reinigen om ze helemaal schoon te krijgen,

31. dan nog zou U mij in de put gooien zodat zelfs mijn eigen kleren vies van me worden.

Lees verder hoofdstuk Job 9