Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 9:1-9 Het Boek (HTB)

1. Job antwoordde daarop:

2. ‘Natuurlijk, dat weet ik ook wel. Je vertelt mij niets nieuws. Hoe zou een mens ooit rechtvaardig kunnen zijn in de ogen van God?

3. Als de mens besluit met God van mening te verschillen, kan hij dan ook maar één vraag beantwoorden van de duizend vragen die God hem zal stellen?

4. God is zo wijs en zo machtig. Wie heeft het ooit tegen Hem opgenomen en is daarbij ongedeerd gebleven?

5. Hij verplaatst immers de bergen zonder dat de mensen het merken en keert hen in zijn toorn ondersteboven.

6. Hij laat de aarde op haar fundamenten beven.

7. De zon en de sterren schijnen niet als Hij dat niet wil.

8. Hij spant de hemelen uit en loopt over de hoge golven van de zee.

9. Hij heeft de Grote Beer gemaakt, de Orion en de Pleiaden en de sterrenstelsels aan de zuidelijke hemel.

Lees verder hoofdstuk Job 9