Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 7:4-6 Het Boek (HTB)

4. Bij het naar bed gaan denk ik steeds: was het maar weer ochtend en dan lig ik te woelen tot het weer licht wordt.

5. Mijn lichaam is vol wormen en zit onder het stof. Het is bedekt met vieze korsten. Ik ben niet om aan te zien.

6. Mijn leven vliegt voorbij, de ene hopeloze dag na de andere.

Lees verder hoofdstuk Job 7