Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 39:12-19 Het Boek (HTB)

12. Zal de wilde stier u willen dienen? Zal hij 's nachts bij uw voerbak blijven staan?

13. Kunt u de stier voor het ploegen gebruiken? Zal hij de eg voor u trekken?

14. Zult u op hem vertrouwen omdat hij zo sterk is? Zult u hem zelf laten uitmaken waar hij werkt?

15. Kunt u hem gebruiken om uw graan binnen te brengen naar de dorsvloer?

16. De struisvogel klapt vrolijk met haar vleugels, maar met haar slagpennen en veren is zij nog geen ooievaar.

17. Zij legt haar eieren op de grond en laat ze warm worden in het zand.

18. Ze vergeet daarbij dat iemand ze kan kapottrappen of dat de wilde dieren ze kunnen vernielen.

19. Zij behandelt haar jongen hard alsof ze helemaal niet van haar zijn, zij vindt het niet erg ze te dragen en de eieren te leggen,

Lees verder hoofdstuk Job 39