Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 34:7-8-22 Het Boek (HTB)

7-8. Buiten Job is er niemand die zo aan kwaadsprekerij doet. Hij moet veel met slechte mannen zijn omgegaan,

9. want hij zei: “Het heeft geen zin te leven zoals God het wil.”

10. Luister naar mij, mannen met inzicht. U weet toch dat God niet zondigt, dat de Almachtige geen onrecht doet?

11. Maar Hij vergeldt ieder naar zijn doen en laten.

12. Het is gewoon ondenkbaar dat God verkeerd zou handelen of onrechtvaardig zou zijn.

13. Alleen Hij heeft het gezag over de wereld.

14. Als God zijn Geest zou terugtrekken en zijn adem zou terugnemen,

15. komt er een eind aan al het leven en verandert de mensheid weer in stof.

16. Als u dit maar wilde inzien en naar mijn woorden zou willen luisteren.

17. Zou God kunnen regeren als Hij een afkeer heeft van rechtvaardigheid? Bent u van plan de Almachtige Rechter te veroordelen?

18. Wilt u een oordeel uitspreken over God? Hij zegt toch zelfs tegen edelen en koningen: “U bent waardeloos en onrechtvaardig.”

19. Want het maakt voor Hem geen enkel verschil hoeveel aanzien een mens geniet en Hij maakt geen onderscheid tussen arm en rijk. Hij heeft hen allen gemaakt.

20. In een oogwenk sterven zij, ja, midden in de nacht verdwijnen de machtigen, weggenomen door een hand die niet aan een mens toebehoort.

21. Want God let op het gedrag van alle mensen, Hij ziet alles en iedereen.

22. Geen duisternis is diep genoeg om goddeloze mensen voor zijn ogen te verbergen.

Lees verder hoofdstuk Job 34