Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 32:4-14 Het Boek (HTB)

4. Elihu had nog niets gezegd omdat de drie anderen ouder waren dan hij.

5. Maar toen hij zag dat zij geen antwoord meer wisten te geven, nam hij met een boos gezicht het woord en zei:

6. ‘Ik ben jong en u bent oud, daarom heb ik mij stilgehouden en heb ik u niet durven zeggen wat ik ervan denk.

7. Want ik dacht: laat de ouderen eerst aan het woord, zij zullen zeker ook wijzer zijn.

8-9. Maar als het om wijsheid gaat, telt niet alleen de leeftijd mee. Het gaat eerder om de geest van de mens, de adem van de Almachtige. Hij geeft hem immers inzicht?

10. Luister daarom naar mij, ik wil u ook mijn mening geven.

11-12. Ik heb een tijdje gewacht en ondertussen geluisterd naar wat u te zeggen had, maar geen van uw argumenten heeft Job ervan overtuigd dat hij een zondaar is.

13. En zeg nu niet dat alleen God en niet de mens hem van zijn zonde kan overtuigen.

14. Job heeft met mij niet geredetwist en ik wil uw argumenten laten voor wat zij zijn.

Lees verder hoofdstuk Job 32