Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 31:9-17 Het Boek (HTB)

9. Als ik ooit heb verlangd naar de vrouw van een ander,

10. mag mijn vrouw terechtkomen in het huis van een andere man en iemand anders haar nemen.

11. Want dat zou een schanddaad zijn, een misdaad die moet worden bestraft.

12. Het is een verterend vuur dat een mens in het verderf stort en alles zou uitroeien wat ik heb geplant.

13-14. Hoe zou ik God onder ogen kunnen komen als ik ooit mijn dienaren onrechtvaardig had behandeld? Wat zou ik kunnen zeggen als Hij mij daarnaar zou vragen?

15. Want God heeft mij en ook mijn dienaar gemaakt. Hij heeft ons beiden geschapen in de buik van onze moeders.

16. Als ik de armen verdriet heb gedaan en weduwen reden tot huilen heb gegeven,

17. als ik arme wezen voedsel heb geweigerd

Lees verder hoofdstuk Job 31