Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 31:7-8-13-14 Het Boek (HTB)

7-8. Als ik van de door God gewezen weg ben afgeweken, als mijn hart begeerte heeft gevoeld voor wat mijn ogen zagen of als ik met mijn handen heb gezondigd, laat iemand anders dan de gewassen die ik heb gezaaid, oogsten en laat alles wat ik heb geplant, met wortel en tak worden uitgeroeid.

9. Als ik ooit heb verlangd naar de vrouw van een ander,

10. mag mijn vrouw terechtkomen in het huis van een andere man en iemand anders haar nemen.

11. Want dat zou een schanddaad zijn, een misdaad die moet worden bestraft.

12. Het is een verterend vuur dat een mens in het verderf stort en alles zou uitroeien wat ik heb geplant.

13-14. Hoe zou ik God onder ogen kunnen komen als ik ooit mijn dienaren onrechtvaardig had behandeld? Wat zou ik kunnen zeggen als Hij mij daarnaar zou vragen?

Lees verder hoofdstuk Job 31