Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 3:18-26 Het Boek (HTB)

18. Daar komen zelfs de gevangenen tot rust, omdat er geen gevangenbewaarder is die hen dwarszit.

19. Rijk en arm zijn daar gelijk en de slaaf is daar uiteindelijk vrij van zijn meester.

20-21. Waarom geeft God ongelukkigen licht en bedroefden leven, terwijl zij verlangen naar een dood die maar niet komen wil? Zij zoeken die dood meer dan verborgen schatten.

22. Wat een vreugdevolle bevrijding als zij ten slotte toch sterven.

23. Waarom laat God iemand geboren worden wiens leven uitzichtloos is, voor wie geen ontsnapping mogelijk is?

24. Ik kan niet eten, want mijn keel zit dicht van het zuchten, mijn klachten vloeien als water over mijn lippen.

25. Wat ik altijd heb gevreesd, is nu gebeurd.

26. Ik vind geen vrede en geen stilte, rust ken ik niet, alleen ellende.’

Lees verder hoofdstuk Job 3