Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 27:11-23 Het Boek (HTB)

11. Ik zal jullie iets leren over Gods doen en laten met de mens.

12. Eigenlijk hoef ik dat helemaal niet te doen, want jullie weten net zoveel over Hem als ik, toch doen jullie allemaal van die onzinnige uitspraken.

13. Dit is het lot dat de Almachtige heeft klaarliggen voor de goddeloze:

14. als hij veel kinderen heeft, zullen die in de strijd sneuvelen en zijn nageslacht zal honger lijden.

15. Degenen die dat overleven, zullen sterven door de pest en niemand, ook niet hun eigen vrouw, zal om hen rouwen.

16. Ook al verdient een slechte man geld als water en heeft hij zoveel kleren dat hij elke dag iets anders kan dragen,

17. de goede en onschuldige mensen zullen die kleren dragen en zijn geld onder elkaar verdelen.

18. Elk huis dat door een goddeloze is gebouwd, is breekbaar als dat van een mot en zo lek als een hutje dat zo maar even wordt gebouwd.

19. Hij gaat als een rijke naar bed, maar wordt wakker en merkt dat al zijn rijkdom is verdwenen.

20. De angst overvalt hem en de nachtelijke stormen voeren hem weg.

21. De oostenwind neemt hem op en voert hem weg en hij is er niet meer. Zo wordt hij van zijn plaats weggevaagd.

22. Want God zal hem er genadeloos van langs geven. Hij zal snel van God willen wegvluchten.

23. Onder handgeklap en gefluit zal hij zijn huis ontvluchten.’

Lees verder hoofdstuk Job 27