Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 21:17-27 Het Boek (HTB)

17. Hoe vaak gaat het licht van de goddelozen niet plotseling uit en treft God hen met rampen en verdriet!

18. Zij worden als stro door de wind voortgejaagd, de storm rukt hen weg als kaf van het koren!

19. Maar God zal ook hun kinderen straffen! Maar volgens mij moet de man die zondigt, zelf door God worden gestraft en niet zijn kinderen! Laat hij zelf de straf maar voelen!

20. Ja, laat hem voor zijn eigen zonde boeten. Laat hem de toorn van de Almachtige maar aan den lijve voelen.

21. Want als hij dood is, zal hij nooit meer in staat zijn van zijn gezin te genieten.

22. Maar wie kan God, de opperste Rechter, terechtwijzen?

23-24. De een sterft wanneer hij nog gezond is en weldoorvoed een rustig en vredig leven leidt.

25. De ander sterft in diepe ellende en armoede, terwijl hij nooit iets goeds heeft gekend.

26. Beiden worden in dezelfde aarde begraven en door dezelfde wormen opgegeten.

27. Ik weet precies wat jullie nu denken en hoe jullie mij nu onrecht willen aandoen.

Lees verder hoofdstuk Job 21