Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 49:8-9-15 Het Boek (HTB)

8-9. De Here zegt: ‘Op het goede moment verhoor Ik uw gebed, op de dag van redding kom Ik u te hulp. Ik zal u tegen gevaar beschermen en u als een teken aan Israël geven, als bewijs dat Ik het land Israël weer zal herstellen en het aan zijn oorspronkelijke bewoners zal teruggeven. Via u zeg Ik tegen de gevangenen van de duisternis: kom naar buiten! Ik geef u uw vrijheid terug! Zij zullen overal voedsel vinden, op kale heuvels vinden ze zelfs iets te eten.

10. Zij zullen geen honger of dorst lijden, de brandende zon en de schroeiende woestijnwinden zullen hen niet meer bereiken, want de Here zal hen leiden naar waterbronnen.

11. Ik zal mijn bergen voor hen tot vlakke paden maken, de wegen zullen dalen overbruggen.

12. Kijk, mijn volk zal vanuit het oosten, het noorden en het westen terugkeren.’

13. Hemelen zing van blijdschap, jubel, o aarde. Barst uit in een lied, o bergen, want de Here heeft zijn volk getroost en zal medelijden hebben met zijn volk dat zo zwaar verdrukt werd.

14. Toch zeggen zij: ‘De Here heeft ons verlaten, Hij is ons vergeten.’

15. Nooit! Kan een moeder haar kleine kind vergeten en niet van haar eigen zoon houden? Ook al zou dat kunnen, dan zou Ik u nog niet vergeten.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 49