Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 30:14-19 Het Boek (HTB)

14. God zal u weggooien als een gebroken bord, Hij zal niets en niemand sparen. Er zal geen brokstuk overblijven dat groot genoeg is om er kolen mee uit de haard te pakken of er water mee uit de vijver te scheppen.’

15. Want de Here God, de Heilige van Israël, zegt: ‘Alleen door naar Mij terug te keren en op Mij te wachten, kunt u worden gered. In rust en vertrouwen ligt uw kracht, maar dat wilt u niet.’

16. ‘Nee,’ zegt u, ‘wij halen onze hulp wel uit Egypte, daar zullen ze ons snelle paarden geven om mee te vluchten.’ Wel, snel vluchten zúlt u, maar met dezelfde snelheid zullen uw vijanden u achtervolgen!

17. Een van hen zal duizend man van u achtervolgen! Vijf van hen zullen u totaal uit elkaar slaan, zodat er geen twee van u meer bij elkaar zullen zijn. U zult zijn als eenzame bomen op de verre bergtoppen.

18. Desondanks wacht de Here nog steeds tot u bij Hem komt, zodat Hij u zijn liefde kan tonen, Hij zal u veroveren om u te zegenen, precies zoals Hij heeft gezegd. Gezegend zijn allen die op Hem wachten tot Hij hen te hulp komt.

19. Och mijn volk in Jeruzalem, u hoeft niet meer te klagen en te huilen, want Hij zal genadig voor u zijn als Hij uw hulpgeroep hoort. Hij zal u antwoorden.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 30