Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 6:13-27 Het Boek (HTB)

13. Allemaal zijn ze uit op hun eigen voordeel, van de laagste tot de hoogste! Ja, zelfs onder profeten en priesters zijn er bedriegers!

14. U kunt een wond niet genezen door te doen alsof hij er niet is! Toch verzekeren de priesters en profeten de mensen dat het vrede is.

15. Schaamde mijn volk zich toen het afgoden aanbad? Nee, ze weten niet eens meer wat schaamte is. Daarom zal mijn volk tussen de gesneuvelden neervallen en sterven onder mijn toorn.

16. Toch blijft de Here tegen u zeggen: ‘Vraag waar de goede weg is, de vertrouwde paden die u lang geleden bewandelde. Als u die volgt, zult u rust vinden voor uw ziel. Maar u antwoordt: “Nee, die weg willen wij niet gaan!”

17. Ik stelde wachtposten over u aan die u waarschuwden: “Luister naar het trompetgeschal. Dat is het teken dat er moeilijkheden op komst zijn.” Maar u zei: “Nee, wij luisteren niet!”

18-19. Dan is dit mijn besluit tegen mijn volk: luister er naar, verre landen, luister, heel de aarde, naar wat er met mijn volk gaat gebeuren! Ik zal rampen over de mensen brengen, het zal het gevolg zijn van hun eigen zonde, omdat zij niet naar Mij willen luisteren. Zij wijzen mijn wet af.

20. Wat heb Ik eraan dat u zoet reukwerk uit Seba voor Mij verbrandt! Houd uw exotische parfums maar! Ik kan uw offers niet aannemen, de geur ervan kan Ik niet waarderen!

21. Ik zal daarom hindernissen op de weg van mijn volk leggen. Vaders en zonen zullen erover struikelen, buren en vrienden zullen gezamenlijk ten val komen.’

22. De Here God zegt: ‘Kijk hoe de legers uit het noorden komen aanmarcheren, een groot volk van het einde van de aarde trekt tegen u ten strijde.

23. Het is een wreed en genadeloos volk, zwaar bewapend en klaar voor de oorlog. Het lawaai van dat leger klinkt als de brullende zee. Als één man vallen zij u aan, Jeruzalem.

24. Wij horen hun legers komen en wij trillen van angst. Angst en paniek overvallen ons, zoals weeën een barende vrouw.

25. Ga niet naar buiten, het veld in! Want de vijand is overal, klaar om toe te slaan. Wij zijn omringd door terreur.

26. Och Jeruzalem, trots van mijn volk, trek rouwkleding aan en ga zitten in de as. Huil bittere tranen alsof u uw enige zoon had verloren. Want de verwoestende legers zullen u plotseling overvallen.

27. Jeremia, Ik heb u tot een keurmeester van metalen gemaakt, zodat u het erts—dat is mijn volk—kunt testen en de waarde ervan kunt bepalen. Luister naar wat het zegt en kijk wat het doet.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 6