Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 48:39-47 Het Boek (HTB)

39. Wat een verwoesting! Luister eens naar het gejammer! Kijk eens hoe erg Moab zich schaamt! Het is nu een afschrikwekkend voorbeeld en een mikpunt van spot geworden voor zijn buren.

40. Een arend cirkelt dreigend boven het land Moab,’ zegt de Here.

41. ‘Zijn steden zijn gevallen, zijn burchten hebben zich overgegeven. De harten van zijn moedigste strijders beven van angst als die van vrouwen die bevallen.

42. Moab zal niet langer als volk voortbestaan, omdat het de Here heeft uitgedaagd.

43. Angst, hinderlagen en bedrog zullen uw lot zijn, Moab,’ zegt de Here.

44. ‘Hij die vlucht, zal in een put vallen en wie zich daaruit weet te bevrijden, zal in een valstrik lopen. Ik zal er voor zorgen dat u daaruit niet ontsnapt, want de tijd van uw veroordeling is aangebroken.

45. Zij vluchten naar Chesbon, niet in staat verder te gaan. Maar Chesbon staat in brand, het vuur verteert de stad van Sichon samen met heel Moab en al zijn opstandige inwoners.

46. Het zal u slecht vergaan, Moab, het volk van de god Kemos is vernietigd, uw kinderen zijn als slaven weggevoerd.

47. Maar in de laatste dagen zal Ik een ommekeer brengen in het lot van Moab,’ zegt de Here.Hier eindigt de profetie over Moab.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 48