Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 40:13-14-16 Het Boek (HTB)

13-14. Maar korte tijd later kwamen Johanan, de zoon van Karéah, en de andere verzetsmensen naar Mispa om Gedalja te vertellen dat koning Baälis van Ammon, Ismaël, de zoon van Nethanja, had gestuurd om hem te vermoorden. Maar Gedalja wilde hen niet geloven.

15. Toen sprak Johanan onder vier ogen met Gedalja en bood aan Ismaël in het geheim te doden. ‘Waarom zouden wij hem hier laten komen en het risico nemen dat hij u vermoordt?’ vroeg Johanan. ‘Wat zal er dan gebeuren met de Judeeërs die zijn teruggekomen? Waarom zou dit restant uiteengejaagd moeten worden? Dat zou hun ondergang betekenen.’

16. Maar Gedalja zei: ‘Ik verbied u zoiets te doen, want wat u over Ismaël vertelt, is niet waar.’

Lees verder hoofdstuk Jeremia 40