Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 3:19-22 Het Boek (HTB)

19. En Ik bedacht hoe heerlijk het zou zijn als Ik u als mijn eigen kinderen kon verzorgen. Ik was van plan u dit prachtige land, het mooiste ter wereld, te geven. Ik verlangde ernaar dat u Mij vader zou noemen en Ik dacht dat u zich nooit meer van Mij zou afkeren.

20. Maar u hebt Mij bedrogen, Israël, u hebt zich gedragen als een ontrouwe vrouw die haar man in de steek heeft gelaten.

21. Vanaf de kale heuvels hoor Ik stemmen die huilend smeken. Het is het volk Israël dat de Here de rug heeft toegekeerd en ver van Hem is afgedwaald.

22. O mijn opstandige kinderen, kom weer bij Mij terug, dan zal Ik u genezen van uw zonden. En zij zullen antwoorden: “Ja, wij komen terug, want U bent de Here, onze God.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 3