Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 29:27-31-32 Het Boek (HTB)

27. Waarom bent u dan niet opgetreden tegen de profeet Jeremia uit Anathoth?

28. Hij heeft ons hier in Babel een brief gestuurd, waarin hij zei dat onze gevangenschap hier lang zal duren, dat wij permanente huizen moeten bouwen en erop moeten rekenen dat we er vele jaren moeten wonen. Dat we fruitbomen moeten planten, omdat we dan nog vele jaren van hun vruchten kunnen genieten.” ’

29. Zefanja had namelijk de brief aan Jeremia voorgelezen.

30. Toen gaf de Here Jeremia de volgende boodschap:

31-32. ‘Stuur een open brief naar alle ballingen in Babel en vertel hun het volgende: “De Here zegt dat Hij de Nechelamiet Semaja en zijn familie zal straffen, omdat hij heeft ‘geprofeteerd’ tegen u, hoewel Ik hem niet had gestuurd en hij u heeft misleid, zodat u zijn leugens geloofde. Hij zal het goede niet te zien krijgen dat klaarligt voor mijn volk, want hij heeft u ertoe aangezet opstandig te worden tegen de Here.” ’

Lees verder hoofdstuk Jeremia 29