Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 22:3-14 Het Boek (HTB)

3. De Here zegt: wees rechtvaardig. Doe wat goed is! Help hen die wreed onderdrukt worden en beroofd zijn. Bescherm de rechten van vreemdelingen, wezen en weduwen en vermoord niet langer onschuldige mensen!

4. Als u zich aan dit alles houdt, zal Ik dit land redden en opnieuw zorgen dat koningen van Davids nageslacht op de troon zullen zitten. Dan zal er weer voorspoed zijn voor iedereen.

5. Maar als u geen aandacht schenkt aan deze waarschuwing, zullen van dit paleis alleen puinhopen overblijven. Dat zweer Ik bij mijn eigen naam,” zegt de Here.

6. Want dit zegt de Here over het paleis: “Ik houd van u als van het vruchtbare Gilead en de groene bossen van de Libanon, maar Ik zal u in een woestijn veranderen en u verlaten en onbewoond achterlaten.

7. Ik zal slopers op u afsturen die met hun bijlen brandhout maken van uw prachtige ceders en dat op het vuur gooien.

8. Mensen uit verschillende landen zullen de ruïnes van deze stad passeren en tegen elkaar zeggen: ‘Waarom heeft de Here dit gedaan? Waarom heeft Hij zo'n machtige stad verwoest?’

9. Het antwoord zal luiden: ‘Omdat de mensen die hier woonden de Here, hun God, ontrouw werden en zijn verbond met hen verbraken. Zij aanbaden afgoden.’ ” 

10. Huil niet om de dood van koning Josia, maar treur eerder om zijn verbannen zoon, koning Sallum. Hij zal niet meer terugkomen, nooit zal hij zijn geboorteland terugzien.

11. Want de Here zegt het volgende over Sallum, die zijn vader Josia als koning opvolgde en in gevangenschap werd weggevoerd:

12. “Hij zal in een ver land sterven en zijn eigen land niet terugzien.”

13. Pas op, koning Jojakim, want u bouwt uw prachtige paleis met behulp van dwangarbeid. Omdat u geen lonen betaalt, voegt u de muren met onrechtvaardigheid en de deurposten en vensterbanken met onderdrukking.

14. U zegt: “Ik zal een prachtig paleis bouwen met grote zalen en veel vensters, het houtwerk wordt van kostbaar cederhout en het wordt in een mooie rode kleur uitgevoerd.”

Lees verder hoofdstuk Jeremia 22