Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 17:15-23 Het Boek (HTB)

15. De mensen zeggen spottend tegen mij: ‘Wat zijn dat voor woorden van de Here, waarover u het steeds maar hebt? Als die dreigementen van u werkelijk van God afkomstig zijn, waarom komen ze dan niet uit?’

16. Ik heb niet verzuimd hun herder te zijn. U weet dat ik niet verlangd heb naar de dag van het oordeel. U weet wat ik gezegd heb, U kent al mijn woorden.

17. Here, U wilt mij toch niet afschrikken? U bent toch mijn toevlucht wanneer ze mij in het nauw drijven?

18. Breng verwarring en moeilijkheden over allen die mij vervolgen, maar geef mij vrede. Ja, breng een dubbele vernietiging over hen!

19. Toen zei de Here tegen mij: ‘Ga bij de poorten van Jeruzalem staan, het eerst bij die waardoor de koning naar buiten gaat en dan bij elk van de andere poorten.

20. Zeg tegen ieder die langskomt: luister naar het woord van de Here, koningen van Juda en inwoners van dit land en van de stad Jeruzalem.’

21-22. De Here zegt: ‘Luister naar deze waarschuwingen, zodat u in leven zult blijven. Werk niet op de sabbat, maar maak er een heilige dag van. Ik gaf uw voorouders dit gebod,

23. maar zij weigerden te luisteren en te gehoorzamen. Koppig weigerden zij er aandacht aan te besteden. Zij wilden niet worden onderwezen.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 17