Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 13:1-8-9 Het Boek (HTB)

1. De Here zei tegen mij: ‘Koop een linnen riem en doe die om, maar zorg dat hij niet nat wordt.’

2. Ik kocht een riem en deed hem om mijn middel.

3. Toen sprak de Here opnieuw tegen mij en zei:

4. ‘Neem de riem mee naar de Eufraat en verberg hem daar in een grot tussen de rotsen.’

5. Dat deed ik, ik verborg de riem, zoals de Here mij had opgedragen.

6. Een hele tijd later zei de Here tegen mij: ‘Ga weer naar de rivier en haal de riem op.’

7. Ik deed dat en groef de riem op uit de grot waarin ik hem had verborgen. Maar hij was helemaal verrot en viel uit elkaar. Hij was onbruikbaar geworden!

8-9. Toen zei de Here: ‘Dit laat zien hoe Ik de trots van Juda en Jeruzalem zal breken.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 13