Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 12:11-17 Het Boek (HTB)

11. Zij zullen het land tot een dorre lege woestenij maken. Het hele land zal vernield worden en niemand zal er naar omzien.

12. Verwoestende legers zullen het land plunderen, het zwaard van de Here zal velen doden, nergens is men meer veilig.

13. Mijn volk heeft tarwe gezaaid, maar zal dorens oogsten. De mensen hebben hard gewerkt, zonder dat het hun iets oplevert. Zij zullen een oogst van schande binnenhalen, want de vreselijke toorn van de Here rust op hen.’

14. En nu zegt de Here tegen de slechte volken die het land omringen dat God zijn volk Israël gaf: ‘Kijk, Ik zal u net zo uit uw land wegrukken als Juda.

15. Maar daarna zal Ik medelijden met u krijgen en u weer terugbrengen naar uw eigen land, iedereen naar zijn eigen erfdeel.

16. En als deze heidense volken bij mijn naam leren zweren door te zeggen: “Zo waar als de Here leeft,” net zoals zij mijn volk bij de naam van Baäl hebben leren zweren, dan zullen zij bij mijn volk gaan horen.

17. Maar ieder volk dat weigert Mij te gehoorzamen, zal weer worden weggejaagd en vernietigd,’ zegt de Here.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 12