Oude Testament

Nieuwe Testament

Hooglied 3:9-11 Het Boek (HTB)

9. Koning Salomo heeft voor zichzelf een draagkoets laten maken van hout uit de bossen van de Libanon.

10. De spijlen heeft hij van zilver laten maken en de leuning van puur goud. De zitting is bekleed met dieprode stof. De binnenkant van de koets is bekleed met prachtige geschenken, die de meisjes van Jeruzalem de koning uit liefde hebben gegeven.

11. Vooruit, meisjes van Jeruzalem, haast u om koning Salomo te zien. Hij draagt de kroon die zijn moeder hem op zijn trouwdag gaf. Die dag zal hij nooit vergeten, dat was voor hem een vreugdevolle dag.

Lees verder hoofdstuk Hooglied 3