Oude Testament

Nieuwe Testament

Hooglied 2:5-11 Het Boek (HTB)

5. Geef mij rozijnenkoekjes om aan te sterken en appels om nieuwe energie te krijgen, want door de liefde ontbreekt mij elke kracht.

6. Met mijn hoofd lig ik op zijn linkerarm. Zijn rechterarm is om mij heen.

7. Meisjes van Jeruzalem, let op wat ik jullie met nadruk zeg. Kijk daarbij naar de gazellen en hinden op het veld. Zij kunnen jullie een les leren. Loop niet vooruit op de liefde, overhaast niets. Laat de liefde zichzelf openbaren als de tijd daarvoor gekomen is.

8. Luister! Daar komt mijn liefste. Hij springt door de bergen en komt huppelend over de heuvels aan.

9. Mijn liefste loopt als een gazel of een hertenjong. Kijk, nu staat hij achter de muur van ons huis en kijkt door de ramen.

10. Hij spreekt tegen mij: sta nu op, mijn allerliefste. Jij bent voor mij de mooiste. Kom, ga met me mee.

11. Kijk maar, de winter is voorbij en ook de regentijd is over.

Lees verder hoofdstuk Hooglied 2