Oude Testament

Nieuwe Testament

Hooglied 1:11-17 Het Boek (HTB)

11. Ik zal gouden sieraden voor je laten maken met zilveren ballen erin.

12. Zolang de koning aan tafel zit, kun je de geur van mijn nardusparfum ruiken.

13. Mijn liefste rust tussen mijn borsten als een bundel mirre.

14. Mijn liefste lijkt in mijn ogen op een tros bloemen in de wijngaarden van Engedi.

15. Wat vind ik je mooi, mijn allerliefste! Je bent zo mooi, je ogen zijn zo teer als duiven.

16. Ik vind jou ook mooi, mijn liefste. Het is heerlijk om met jou samen te zijn. Wij liggen samen tussen het gebladerte.

17. De ceders om ons heen zijn de balken van ons huis en de cipressen vormen een muur om ons heen.

Lees verder hoofdstuk Hooglied 1