19. Ten slotte bedekte het water ook de hoogste bergen.
20. Het stond zeven meter boven de hoogste bergtoppen.
21. En alle levende wezens op aarde verdronken: vogels, vee, wilde en kruipende dieren en alle mensen,
22. alles wat ademde en op het land leefde.
23. God vernietigde alles, uitgezonderd Noach en zijn familie die in de ark waren.