Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 49:11-20 Het Boek (HTB)

11. Hij heeft zijn rijdier aan de wijnstok vastgebonden en zijn kleren in wijn gewassen.

12. Zijn ogen zijn donkerder dan wijn en zijn tanden zijn witter dan melk.

13. Zebulon zal aan de kusten wonen en een haven voor de schepen zijn. Zijn gebied zal aan Sidon grenzen.

14. Issachar is een sterk lastdier dat ligt te rusten tussen de pakken op zijn rug.

15. Toen hij zag hoe goed het land was en hoe mooi het er uitzag, boog hij gewillig zijn schouder en diende zijn meester.

16. Mijn zoon Dan zal zijn mensen overheersen als elke andere stam in Israël.

17. Hij zal een slang op de weg zijn die het paard in de hiel bijt, zodat de berijder achterover valt.

18. Ik wacht op uw heil, o Here.

19. Een woeste bende zal het op Gad voorzien hebben, maar uiteindelijk zal hij terugslaan en haar vernietigen!

20. Aser zal uitstekend voedsel produceren, waarvoor koningen zich niet zouden schamen.

Lees verder hoofdstuk Genesis 49