Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 42:11-17 Het Boek (HTB)

11. Wij zijn allemaal broers en eerlijke mannen! Wij zijn echt geen spionnen!’

12. ‘Jawel, dat bent u wel,’ hield Jozef vol. ‘U bent hier om onze zwakke plekken te ontdekken.’

13. ‘Dat is niet zo,’ zeiden zij, ‘wij zijn thuis met twaalf zonen en onze vader woont in het land Kanaän. Onze jongste broer is bij hem achtergebleven en een andere broer van ons is dood.’

14. ‘Dat bewijst natuurlijk niets,’ vond Jozef. ‘U blijft spionnen voor mij.

15. Maar u kunt uw verhaal bewijzen: ik zweer bij het leven van de farao dat u hier niet wegkomt voordat ik die jongste broer heb gezien.

16. Eén van u kan hem gaan halen! De rest blijft hier achter in de gevangenis. Dan zullen we zien of uw verhaal klopt. En als er geen jongste broer blijkt te zijn, bent u spionnen!’

17. Hij liet de tien broers drie dagen lang in de gevangenis zetten.

Lees verder hoofdstuk Genesis 42