Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 32:9-10 Het Boek (HTB)

Toen bad Jakob: ‘God van mijn grootvader Abraham en mijn vader Isaak, Here, die mij heeft gezegd dat ik moest teruggaan naar het land van mijn familie en die beloofde goed voor mij te zijn—ik ben het niet waard dat U mij zoveel goedheid hebt bewezen, steeds weer, zoals U had beloofd. Toen ik van huis vertrok, had ik alleen maar een staf en nu heb ik twee legers!

Lees verder hoofdstuk Genesis 32

Uitzicht Genesis 32:9-10 in verband