Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 31:6-12 Het Boek (HTB)

6. Jullie weten hoe hard ik voor jullie vader heb gewerkt, maar hij heeft mij bedrogen en is de afspraken over mijn loon herhaalde malen niet nagekomen.

7. God heeft echter niet toegestaan dat hij mij benadeelde,

8. want toen hij beloofde dat alle gespikkelde dieren voor mij zouden zijn, werden alleen nog gespikkelde dieren geboren. En toen hij van mening veranderde en zei dat ik alle gestreepte dieren mocht hebben, waren alle jonge dieren gestreept!

9. Op die manier heeft God mij rijk gemaakt ten koste van jullie vader.

10. En in de bronsttijd had ik een droom en zag dat de parende bokken in de kudde allemaal gespikkeld, gestreept en gevlekt waren.

11. Toen, in mijn droom, riep de Engel van God: “Jakob!” En ik antwoordde: “Ja.”

12. Hij zei dat ik de witte ooien met de gespikkelde, gevlekte en gestreepte bokken moest laten paren. “Want Ik heb gezien wat Laban u heeft aangedaan,” zei de Engel.

Lees verder hoofdstuk Genesis 31