Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 31:20-27-28 Het Boek (HTB)

20. Jakob verdween met al zijn bezittingen (Rachel stal stiekem haar vaders huisgoden),

21. stak de rivier de Eufraat over en zette koers naar het gebied aan de voet van het Gilead-gebergte.

22. Het duurde drie dagen voordat Laban te weten kwam dat Jakob was verdwenen.

23. Hij verzamelde een aantal mannen en zette de achtervolging in. Zeven dagen later achterhaalde hij de vluchtelingen bij het Gilead-gebergte.

24. Die nacht verscheen God in een droom aan Laban. ‘Let op uw woorden als u met Jakob gaat praten, u mag hem niet zegenen, maar ook niet vervloeken,’ zei God.

25. Ten slotte ontmoetten de mannen elkaar in het gebergte. Jakob had zijn tenten op een bergkam opgeslagen. Labans kamp lag wat lager.

26. ‘Waarom ben je zo stiekem weggeslopen?’ vroeg Laban. ‘Je hebt mijn dochters meegevoerd alsof het krijgsgevangenen zijn. En waarom heb je mij geen afscheidsfeest voor je laten houden, met veel muziek en zang?

27-28. Je hebt me zelfs niet de kans gegeven mijn dochters en kleinkinderen vaarwel te kussen. Ik vind het maar een vreemde zaak.

Lees verder hoofdstuk Genesis 31