Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 28:14-19 Het Boek (HTB)

14. Want uw nageslacht zal talrijk zijn als het stof. Zij zullen het land bewonen van oost naar west en van zuid naar noord. Alle volken op aarde zullen via u en uw nageslacht worden gezegend.

15. Ja, Ik zal bij u blijven en u beschermen, waar u ook gaat of staat. Ik zal u veilig terugbrengen naar dit land en voortdurend aan uw zijde blijven, net zolang tot Ik u alles heb gegeven wat Ik u heb beloofd.’

16. Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is beslist de plaats waar de Here woont,’ riep hij vol eerbied.

17. ‘Dit is een ontzagwekkende plaats, dit moet wel de poort van de hemel zijn!’

18. De volgende morgen stond hij vroeg op en zette zijn stenen hoofdkussen rechtop als een gedenksteen en goot er olie overheen.

19. Hij noemde die plaats Betel (Huis van God), hoewel het voorheen Luz heette.

Lees verder hoofdstuk Genesis 28