Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 24:53-62 Het Boek (HTB)

53. Daarna haalde hij zilveren en gouden sieraden en prachtige kleren voor Rebekka. Ook haar moeder en haar broer kregen kostbare geschenken.

54. Toen werd er gegeten en overnachtte het hele gezelschap daar. De volgende morgen zei de dienaar: ‘Ik zou nu graag teruggaan naar mijn meester.’

55. ‘Maar we willen Rebekka nog graag een dag of tien bij ons houden,’ protesteerden haar moeder en haar broer, ‘daarna kan zij met u meegaan.’

56. ‘Houd u mij alstublieft niet op,’ pleitte de dienaar, ‘nu de Here mijn opdracht heeft laten slagen, wil ik het mijn meester graag gaan vertellen.’

57. ‘Wel,’ zeiden zij, ‘we zullen het meisje vragen wat zij ervan denkt.’

58. Dus riepen zij Rebekka erbij. ‘Wil je met deze man meegaan?’ vroegen zij haar. En zij antwoordde: ‘Ja, ik zal met hem meegaan.’

59. Toen namen zij afscheid van Rebekka en zegenden haar met de woorden:

60. ‘Onze zuster, moge jij de moeder van miljoenen worden en mogen je nakomelingen al hun vijanden overwinnen.’

61. Rebekka en de vrouw die haar als baby verzorgde en de andere dienaressen zadelden hun kamelen en gingen met Abrahams dienaar mee.

62. In de tussentijd was Isaak, die in de Negev woonde, naar de bron Lachai-Roï gereisd.

Lees verder hoofdstuk Genesis 24