Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 21:13-16 Het Boek (HTB)

13. Maar ook Hagars zoon zal Ik stamvader van een volk maken, omdat hij ook een zoon van u is.’

14. Abraham stond de volgende morgen vroeg op, maakte eten klaar voor onderweg en bond een waterzak op Hagars rug. Zo stuurde hij hen beiden weg. Hagar zwierf door de woestijn van Berseba en wist niet waar zij heen moest.

15. Toen het water op was, legde zij het kind onder een struik en ging zelf een eind verderop zitten.

16. ‘Ik kan niet aanzien hoe hij sterft,’ klaagde zij en barstte in huilen uit.

Lees verder hoofdstuk Genesis 21