Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezra 6:10-15 Het Boek (HTB)

10. Dan zullen zij de God van de hemel offergaven brengen en bidden voor mij en mijn zonen.

11. Iedereen die dit bevel op een of andere manier overtreedt, zal worden opgehangen aan een galg, gemaakt van balken uit zijn eigen huis! En van zijn huis zal niets dan een ruïne overblijven.

12. De God die de stad Jeruzalem heeft uitgekozen, zal iedere koning en elk volk vernietigen die dit bevel overtreedt en de tempel verwoest. Ik, Darius, heb dit bevel gegeven. Zorg ervoor dat het nauwkeurig wordt uitgevoerd!’

13. Gouverneur Thathnai, Sthar-Boznai en hun collega's hielden zich stipt aan het bevel van koning Darius.

14. De leiders van Juda zetten de bouw met succes voort. Zij werden daarbij aangemoedigd door de prediking van de profeten Haggai en Zacharia, de zoon van Iddo. Eindelijk waren zij klaar met het werk dat de God van Israël en Kores, Darius en Arthahsasta, koningen van Perzië, hun hadden opgedragen.

15. De tempel kwam gereed op de derde dag van de maand Adar in het zesde regeringsjaar van koning Darius.

Lees verder hoofdstuk Ezra 6