Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 39:2-14 Het Boek (HTB)

2. Het priesterkleed werd gemaakt van dezelfde stof, geweven met getwijnd fijn linnen.

3. Besaleël bewerkte het goud tot dunne platen en sneed die daarna tot dunne draden die werden verwerkt tussen het blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen. Toen het klaar was, hadden zij een prachtig priesterkleed, een echt kunstwerk.

4-5. Het priesterkleed werd van boven bij elkaar gehouden door schouderstukken en onderaan vastgemaakt met een riem die een geheel vormde met de rest van het priesterkleed en uit dezelfde stof was vervaardigd, precies zoals de Here Mozes had opgedragen.

6-7. De onyxstenen, die op de schouderstukken moesten komen, werden in goud gezet en op de stenen werden de namen van de stammen van Israël gegraveerd, op dezelfde manier als initialen op een zegelring worden aangebracht. Deze stenen moesten de Here voortdurend herinneren aan het volk Israël. Ook dit werk werd precies zo uitgevoerd als de Here Mozes had opgedragen.

8. De borsttas was een waar kunstwerk, net als het priesterkleed gemaakt van gouddraad, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getwijnd fijn linnen.

9. Deze was 23 cm in het vierkant en dubbel, zodat een buidel ontstond.

10. Daarin kwamen vier rijen stenen: op de eerste rij sardis, topaas en smaragd;

11. op de tweede rij hematiet, saffier en diamant;

12. op de derde rij opaal, agaat en amethist en

13. op de vierde rij chrysoliet, onyx en jaspis. Alle stenen waren in een gouden zetting gevat.

14. De stenen waren gegraveerd als een zegel, met op elke steen de naam van een van de twaalf stammen van Israël.

Lees verder hoofdstuk Exodus 39