Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 38:3-10 Het Boek (HTB)

3. Al het toebehoren van het altaar—potten, scheppen, schalen, vleeshaken en vuurpannen—werd van koper gemaakt.

4. Daarna maakte hij een koperen rooster dat op ongeveer de helft van de hoogte van het altaar werd aangebracht.

5. Aan de vier hoeken van het rooster maakte hij vier ringen voor de draagstokken.

6. De draagstokken maakte hij van acaciahout en overtrok ze met koper.

7. De draagstokken werden in de ringen aan de zijkant van het altaar geschoven om het te kunnen dragen. Het altaar was van planken gemaakt en hol.

8. Het koperen wasvat met het koperen voetstuk werd gemaakt van de koperen spiegels die de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de tabernakel, hadden gegeven.

9. Toen bouwde hij de voorhof. De zuidelijke kant was 45 meter lang en bestond uit geweven gordijnen van getwijnd fijn linnen.

10. Langs de kant stonden twintig koperen pilaren met koperen voetstukken en zilveren stangen en haken om de gordijnen aan op te hangen.

Lees verder hoofdstuk Exodus 38