Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 32:2-5 Het Boek (HTB)

2. ‘Goed,’ zei Aäron, ‘geef mij jullie gouden ringen maar.’

3. Iedereen leverde zijn gouden ringen in: mannen, vrouwen, jongens en meisjes.

4. Aäron smolt het goud en goot het in de vorm van een kalf. De Israëlieten riepen: ‘O Israël, dit is de god die ons uit Egypte heeft bevrijd!’

5. Toen Aäron zag hoe blij de mensen met hun god waren, bouwde hij een altaar voor het kalf en kondigde aan: ‘Morgen vieren we een groot feest voor de Here!’

Lees verder hoofdstuk Exodus 32