Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 28:8-13 Het Boek (HTB)

8. De riem van het priesterkleed moet van hetzelfde materiaal worden vervaardigd: goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getwijnd fijn linnen.

9. Neem twee onyxstenen en graveer daarop de namen van de twaalf stammen van Israël,

10. op elke steen zes, in volgorde van leeftijd.

11. Gebruik bij het graveren van deze stenen dezelfde werkwijze als bij het maken van een zegel en zet de stenen dan in een gouden zetting.

12. Bevestig de twee stenen op de schouderstukken van het priesterkleed als gedenkstenen voor het volk Israël. Aäron zal hun namen als een voortdurende herinnering voor het oog van de Here op zijn schouders dragen.

13. U moet dus de gouden zettingen maken.

Lees verder hoofdstuk Exodus 28