Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 21:31-36 Het Boek (HTB)

31. Dezelfde wet geldt als de stier een jongen of een meisje doodt.

32. Maar als de stier een slaaf of slavin doodt, krijgt de meester van het slachtoffer dertig zilverstukken en wordt de stier gestenigd.

33. Als een man een waterput graaft, het gat niet afdekt en er valt een stier of een ezel in,

34. moet de eigenaar van de put de schade vergoeden aan de eigenaar van het dier. Het dode dier is daarna echter zijn eigendom.

35. Als iemands stier andermans stier doodt, moeten zij de levende stier verkopen en het geld delen en ook het dode dier.

36. Als van tevoren bekend was dat de stier gevaarlijk was en de eigenaar heeft niet goed opgelet, moet hij de dode stier volledig vergoeden. Het dode dier is dan zijn eigendom.

Lees verder hoofdstuk Exodus 21