Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 15:9-15 Het Boek (HTB)

9. De vijand zei: “Ik achtervolg hen, versla hen en grijp de buit. Ik sla hen uiteen en dood hen met mijn zwaard.”

10. U blies met uw adem en de zee bedekte hen, zij zonken als lood in de machtige wateren.

11. Wie onder de goden is gelijk aan de Here, wie is zo heerlijk en heilig als U, bewonderenswaardig in roemrijke daden, niet te volgen in wonderlijk doen en laten?

12. U stak uw hand uit en de aarde slokte hen op.

13. In uw liefdevolle goedheid leidde U het verloste volk met uw kracht naar het heilige land.

14. Andere volken hoorden het en zij beefden van schrik, de angst sloeg de bewoners van Filistea om het hart.

15. Edoms stamhoofden schrokken, de machtigen van Moab huiverden van schrik, de bewoners van Kanaän sidderden.

Lees verder hoofdstuk Exodus 15