Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 14:4-21 Het Boek (HTB)

4. Ik zal ervoor zorgen dat de farao opnieuw hardnekkig blijft weigeren, zodat hij de achtervolging zal inzetten. Dan kan Ik grote eer en glorie behalen door de farao en zijn legers ten val te brengen. Zij zullen merken dat Ik God, de Here, ben!’ De Israëlieten sloegen dus hun kamp op waar God had gezegd.

5. Toen de farao hoorde dat de Israëlieten waren gevlucht en helemaal niet van plan waren na drie dagen te stoppen, draaiden hij en zijn dienaren om als een blad aan de boom en zeiden: ‘Wat hebben we gedaan? We hadden die slaven nooit moeten laten gaan!’

6. De farao liet zijn rijtuig inspannen en zette de achtervolging in

7. aan het hoofd van zijn zeshonderd beste strijdwagens met hun volledige gevechtsbemanning.

8. Weer zorgde de Here ervoor dat de farao bleef weigeren de Israëlieten te laten gaan en achter hen aanging. Die trokken ondertussen gewoon verder, door de Here geleid.

9. Het Egyptische leger, met de voltallige cavalerie erbij, haalde de Israëlieten in toen die aan de zee bij Pi-Hachirot hun kamp hadden opgeslagen.

10. Toen de Israëlieten het enorme leger dat hen achtervolgde in de gaten kregen, brak grote paniek uit.

11. Zij schreeuwden naar de Here om hulp en riepen Mozes toe: ‘Waren er niet genoeg graven in Egypte dat u ons hier naar de woestijn hebt gebracht om te sterven? Waarom hebt u ons uit Egypte weggeleid?

12. Wij hebben het u toch al gezegd toen wij nog slaven waren: “Laat ons met rust, we kunnen beter slaven zijn dan in de woestijn sterven.” ’

13. Maar Mozes kalmeerde het volk. ‘Wees maar niet bang. Blijf gewoon waar u bent en kijk hoe de Here ons vandaag redt. De Egyptenaren die daar aankomen, zult u nooit meer zien!

14. De Here zal voor u vechten, u hoeft zelfs geen vinger naar hen uit te steken!’

15. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Roep niet langer tot Mij, breek het kamp op en zet het volk in beweging!

16. Strek uw staf uit boven het water en de zee zal zich splitsen, zodat u er doorheen kunt trekken.

17. Ik zal de harten van de Egyptenaren verharden zodat zij u achterna gaan en dan zal Ik mijn eer behalen door de farao, zijn strijdwagens en zijn ruiters ten val te brengen.

18. De Egyptenaren zullen erkennen dat Ik de Here ben wanneer Ik mijn macht heb laten zien aan de farao, zijn strijdwagens en ruiters.’

19. Toen verliet de Engel van God zijn plaats aan het hoofd van het volk en stelde Zich achter de Israëlieten op, de wolk ging met Hem mee.

20. Zo kwam de wolk tussen de Israëlieten en het Egyptische leger te staan. Deze zorgde aan de Egyptische kant voor een diepe duisternis, maar verschafte de Israëlieten tegelijkertijd licht, zodat zij verder konden trekken. Zo kregen de Egyptenaren geen kans de Israëlieten te naderen!

21. Toen strekte Mozes zijn arm uit over de zee en de Here liet een krachtige wind uit het oosten waaien, zodat het water wegvloeide en de bodem droog kwam te staan.

Lees verder hoofdstuk Exodus 14