Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 9:9-16 Het Boek (HTB)

9. Op dat moment was ik op de berg waar ik het verbond ontving dat de Here met u had gesloten: de stenen plaquettes waarop de wetten waren geschreven. Ik was daar veertig dagen en nachten en al die tijd at en dronk ik niets.

10-11. Aan het einde van die veertig dagen en nachten gaf de Here mij de plaquettes waarop Hij de geboden had geschreven die Hij had uitgesproken vanaf de met vuur omgeven berg, terwijl het volk aan de voet van de berg toekeek.

12. Hij droeg mij op snel naar beneden te gaan, omdat het volk zichzelf had verontreinigd. Het had de wetten van God al snel de rug toegekeerd door een afgodsbeeld van gegoten metaal te maken.

13-14. “Laat Mij mijn gang gaan, dan kan Ik de slechte en koppige mensen van dit volk vernietigen!” zei de Here tegen mij, “dan zal Ik de herinnering aan hen volledig uitwissen. Ik zal u dan tot een groot volk maken, machtiger en groter dan zij.”

15. Ik kwam toen naar beneden van de brandende berg, met in mijn handen de twee stenen plaquettes waarop de wetten van God stonden geschreven.

16. Beneden mij zag ik het kalf dat u had gemaakt in uw vreselijke zonde tegen de Here, uw God. Wat keerde u Hem snel de rug toe!

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 9