5. Daarom moet u begrijpen dat net zoals een vader zijn zoon straft, de Here u straft om u te helpen.
6. Gehoorzaam de wetten van de Here, uw God. Volg zijn weg en heb ontzag voor Hem.
7. Want de Here, uw God, brengt u naar een goed land met beken, bronnen en meren in heuvels en dalen.
8-9. Het is een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels, olijven en honing, het is een land met voldoende voedsel, waar u niets te kort zult komen. Het is een land waar ijzer net zo gewoon is als steen en waar de bergen vol zitten met koper.
10. Als u verzadigd bent, zult u de Here, uw God, prijzen voor het goede land dat Hij u heeft gegeven.
11. Maar dat is ook de tijd om voorzichtig te zijn! Pas op dat u in uw overvloed de Here, uw God, niet vergeet en ongehoorzaam aan Hem wordt.
12-13. Want als u genoeg te eten hebt en goede huizen hebt gebouwd om in te wonen, als uw kudden groot zijn geworden en uw goud en zilvervoorraden snel zijn gegroeid,
14. dan bedreigt u de trots en loopt u het risico dat u de Here, uw God vergeet, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.
15. Pas ervoor op dat u de God die u veilig door de grote en vreselijke woestijn met zijn giftige slangen en schorpioenen leidde, niet vergeet. Het was daar heet en droog en toen gaf Hij u water uit een rots!
16. Hij voedde u met manna in de woestijn, zodat u nederig werd en op de proef werd gesteld om u een betere toekomst te geven.
17. Hij deed dat opdat u nooit zou denken dat het uw eigen kracht en macht was die u in staat stelden zover te komen.
18. Vergeet nooit dat de Here, uw God, u de kracht geeft rijk te worden en Hij doet dat om zijn belofte aan uw voorouders na te komen.
19. Maar als u de Here, uw God, de rug toekeert en in zijn plaats andere goden aanbidt en slechte wegen bewandelt, zult u zeker sterven.
20. Net zoals de Here in het verleden andere volken heeft vernietigd. Dat zal ook uw lot zijn als u de Here, uw God, niet gehoorzaamt.’