Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 7:4-13 Het Boek (HTB)

4. Dat zou er zeker toe leiden dat uw zonen en dochters hun afgoden gaan aanbidden. En dat zou de toorn van de Here opwekken en Hij zou u zeker allemaal vernietigen.

5. De heidense altaren moet u afbreken, de gewijde stenen kapot slaan, de gewijde palen omhakken en de afgodsbeelden verbranden.

6. Want u bent een heilig volk, gewijd aan de Here, uw God. Hij heeft u uit alle volken op aarde uitgekozen om zijn kostbaarste bezit te zijn.

7. Niet omdat u een groter volk was dan de anderen, heeft de Here u uitgekozen, want u was het kleinste van allemaal!

8. Hij deed dat omdat Hij zoveel van u houdt en zijn belofte aan uw voorouders hield. Daarom bevrijdde Hij u uit de Egyptische slavernij met zo'n vertoon van macht en grote wonderen.

9. Weet daarom dat de Here, uw God, de enige God en ook een trouwe God is die aan duizenden generaties zijn beloften waarmaakt en zijn liefde toont aan hen die van Hem houden en zijn geboden gehoorzamen.

10. Maar zij die Hem haten, zullen in het openbaar worden gestraft en vernietigd. Hij zal persoonlijk met hen afrekenen.

11. Gehoorzaam daarom alle geboden die ik u vandaag geef.

12. Wegens uw gehoorzaamheid zal de Here zijn deel van het verbond nakomen dat Hij in zijn tedere liefde met uw voorouders sloot.

13. Hij zal van u houden en u zegenen en u tot een groot volk maken. Hij zal u vruchtbaar maken, evenals uw grond en uw dieren. Uw oogsten van graan, druiven en olijven en uw kudden van vee, schapen en geiten zullen groot zijn in het land waarvan Hij uw voorouders beloofde het u te geven.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 7