Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 7:1-4 Het Boek (HTB)

1. ‘Wanneer de Here u het beloofde land laat binnentrekken, wat Hij binnenkort zal doen, zal Hij de volgende zeven volken, allen groter en machtiger dan u, verdrijven: de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten.

2. Als de Here, uw God, u de overwinning op hen schenkt, moet u hen doden. Sluit geen vredesverdrag en spaar hen niet.

3. Sluit onderling geen huwelijken met hen, laat uw zonen en dochters niet met hun zonen en dochters trouwen.

4. Dat zou er zeker toe leiden dat uw zonen en dochters hun afgoden gaan aanbidden. En dat zou de toorn van de Here opwekken en Hij zou u zeker allemaal vernietigen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 7