Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 5:1-13 Het Boek (HTB)

1. Mozes vervolgde zijn toespraak tot de Israëlieten en zei: ‘Luister nu goed naar al deze wetten en gedragsregels die God u heeft gegeven, zorg ervoor dat u ze leert en gehoorzaamt!

2-4. De Here, onze God, sloot bij de berg Horeb een verbond met ons, niet alleen met onze voorouders, maar met ons die hier nu aanwezig zijn. Hij sprak van aangezicht tot aangezicht met u vanuit het midden van het vuur, daar bij de berg.

5. Ik stond daar als tussenpersoon tussen u en de Here, want u was bang voor het vuur en beklom de berg niet. Hij sprak tegen mij en ik gaf zijn wetten aan u door. Dit is wat Hij zei:

6. Ik ben de Here, uw God, die u uit de Egyptische slavernij heeft bevrijd.

7. U mag geen andere goden aanbidden naast Mij.

8. Maak geen afgodsbeelden, aanbid geen voorstellingen van vogels, dieren of vissen.

9-10. U mag u niet buigen voor beelden, noch hen op een andere manier vereren, want Ik ben de Here, uw God. Ik ben een jaloerse God, die de zonden van de vaders aanrekent aan de kinderen uit de derde en vierde generatie van hen die Mij haten. Maar Ik zal mijn goedheid tonen aan duizenden generaties van hen die van Mij houden en die mijn geboden gehoorzamen.

11. Noem de naam van de Here, uw God, niet zonder dat dit nodig is. Degene die dat wel doet, zal Ik als schuldig beschouwen.

12. Houd de sabbat heilig. Dat is een gebod van de Here, uw God.

13. Doe op de andere zes dagen uw werk,

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 5